C.S. Lewis, Gedachten over de Psalmen, [2009], 52 Voor zover dit denkbeeld van de schoonheid, zoetheid of kostelijkheid van de Wet ontsproot aan het contrast met de omringende heidendom, zullen we misschien spoedig alle reden hebben om er weer op terug te vallen. Christenen wonen meer en meer op een geestelijk eiland, aan alle kanten omringd door nieuwe en concurrerende manieren van leven, en de vloed komt telkens hoger. Van deze manieren is er nog niet een zo smerig of wreed als sommige vormen van Semitisch heidendom. Maar sommige zijn al wreed genoeg, en negeren alle rechten van het individu. Bij sommige wordt aan de moraal een volkomen nieuwe, voor ons niet aanvaardbare betekenis gegeven, sommige ontkennen de mogelijkheid van moraal. Misschien zullen wij allemaal, op pijnlijke wijze, weer leren de schone lucht en 'zoete redelijkheid' van de christelijke ethiek te waarderen die we in christelijker tijden misschien nog vanzelfsprekend vonden.
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie zou de [24]afdwalingen verstaan? Reinig mij van de [25]verborgene [afdwalingen]. 24. Dat is, zonden, die men door onwetendheid en onbedachtheid begaat. Zie Lev.4:2. Hij wil zeggen: niemand kan ze verstaan; [zo menigerlei, veel ja ontallijk zijn zij]. Verg. 1 Kon.3:9 met 2 Kron.1:10. 25. Die ik niet zie of merk.